lezen in drie rondes

Ik ben niet zo van trucjes aanleren, of opleiden voor de toets. Misschien dat dat verklaart waarom ik lange tijd me niet heb willen bezig houden met ‘lezen in drie rondes’. Maar onlangs liep ik toch weer tegen deze techniek aan. Dat begon eigenlijk met ‘Jort’ van geschiedenis. Hem kwam ik op het spoor door mijn mentorleerlingen. Zij stimuleerden elkaar om naar de filmpjes van Jort te kijken voor hun geschiedenistoetsen. ‘Het helpt echt heel goed’. Dat maakte mij dan weer nieuwsgierig. Wat had die Jort dat leerlingen elkaar gingen aanraden toch echt naar zijn filmpjes te kijken omdat ze ‘er zoveel aan hadden’? Misschien kon ik wat van Jort leren voor mijn eigen vak.

Tot mijn stomme verbazing bleken het – in mijn ogen – ‘gortdroge’ uitlegfilmpjes over diverse geschiedenisonderwerpen. Gewoon frontaal klassikale uitleg. Jort toonde zijn PowerPoints en vertelde daar – met een wat lijzige stem – de uitleg bij. Niks activerends.
Maar als het leerlingen zo helpt… wie ben ik om ook niet te kijken of er zoiets voor Nederlands bestaat? Misschien zou het mijn leerlingen net zo goed helpen als die geschiedenisfilmpjes.

Dus kwam ik op internet inderdaad uitlegfilmpjes tegen over het lezen van teksten voor je eindexamen: het lezen in drie rondes. Net zo saai als Jort, maar wie weet – ook wel net zo geschikt als Jort. Altijd de moeite waard om aan te bieden, vond ik. Wellicht zouden sommige leerlingen er baat bij hebben.

En inderdaad. Bij vertoning in de les werd het saai gevonden – en terecht! Maar er bleken ook flink wat leerlingen enthousiast over de techniek: het lezen in drie rondes. Toen het toeval wilde dat op mijn school zo slecht geroosterd had dat ik tijdens mijn wekelijkse les 4 leerlingen bleek te hebben van mijn 30 leerlingen tellende havo 5 klas (de rest had examentrainingen van andere vakken), greep ik mijn kans om met dit kleine groepje leerlingen eens goed te kijken naar het lezen in drie rondes.

We probeerden samen de techniek van lezen in drie rondes uit en ik moet zeggen dat ik toch veel enthousiaster werd van deze vorm. Het bood handvatten om het met de leerlingen te hebben over de structuur van de tekst. Het blijkt mogelijk om met titel, eerste en laatste alinea het onderwerp te bepalen (eerste ronde). En door alle eerste zinnen te lezen van de alinea’s in ronde twee krijg je inderdaad grip op de manier waarop een schrijver de tekst heeft opgebouwd. Leerlingen zien eerder waar nieuwe onderdelen beginnen. Heel handig voor die lastige ‘tussenkopjes-vraag’ in de examens. Er kwam ook echt een gesprek op gang over de structuur van de tekst. En ook de hoofdgedachte en type tekstsoort werden hierdoor echt duidelijker. Ronde drie (intensief lezen) werd hierdoor een stuk makkelijker voor deze leerlingen. Ze haalden veel beter de kern uit de alinea’s.

Ik moet dus mijn oordeel herzien over het lezen in drie rondes. Ik zou het nog steeds niet klassikaal aanbieden omdat ik bang ben dat het een inhoudsloze truc wordt. Maar in kleine groepen ga ik het zeker vaker gebruiken.

Posted under differentiatie, ict, leerstijlen, tekstbegrip

This post was written by sonjanederlands on april 9, 2015

Twitteren bij tekstbegrip

Vandaag wilde ik met de structuur van de teksten aan de slag in mijn brugklas. Ik merk dat ze dat in de bovenbouw heel slecht kunnen. Ze leggen tijdens het lezen vaak nauwelijks verbanden tussen alinea’s en koppelen de informatie vaak niet aan elkaar. Daarom nu maar alvast beginnen.
Ik liet kinderen hun telefoon op tafel leggen als ze twitter hadden. Meteen leuk. Ik begin altijd met doe de telefoon weg. Even laten twitteren naar mijn twitteradres, kijken of het werkt: twitter even ‘hallo tegen iemand uit de klas’, dan weet ik of het lukt. Het lukte zo’n vier leerlingen heel snel. Daarna druppelden er nog een paar bij. Ik weet zeker dat er als ik dit vaker doe, er vanzelf steeds meer leerlingen bij zullen komen.

Ik splitste de twitteraars op in twee groepen. De ene groep liet ik twitteren over hun mening over wat ze lazen. Leuk. Je ziet meteen wat ze doen en kunt het er direct over hebben: wat is een mening, hoe formuleer je die? Iemand gaf een argument. Daar hebben we het ook over gedaan. En iemand typte schaamteloos ‘ik snap het nu niet meer’.
De andere helft van de groep heb ik laten twitteren over de structuur van de tekst. Als ik vraag wat een schrijver in deze alinea doet, twitter maar. De rest liet ik het noteren in de tekst zelf.

In eerste instantie kreeg ik de weergave van de inhoud. Maar na een paar voorbeelden van mijn kant, ging het beter. Het was een tekst over 1 april. De schrijver begon met ‘slechte grappen’ en ging daarna vertellen over ‘goede grappen’. Langzaam kregen ze door wat ik bedoelde. En bij de laatste alinea twitterde iedereen hetzelfde en ook de leerlingen die schreven, hadden het door: hier wordt geschreven over de geschiedenis van de 1 april grap. En toen ontstond bijna als vanzelf een discussie of de schrijver dat handig deed om daarmee af te sluiten. Sommigen vonden van niet, anderen juist wel en weer een paar vonden dat hij dat maar beter had weg kunnen laten: veel te saai. Leuk om op die manier met tekstbegrip bezig te zijn. ‘Moeten we de vragen maken juf?’. Nee, deze keer niet. Meer dan tevreden nu.

Posted under activerende didactiek, Geen rubriek, ict, samenwerkend leren

This post was written by sonjanederlands on april 12, 2012