Debby, de leerlingbegeleidster, stuurde me een mail. Ze vroeg of ik eens met Lyzza uit havo 4 in gesprek wilde. Zij ging niet zo goed op school en had bij Debby aangegeven zo’n moeite te hebben met het begrijpen van teksten. Ik schrok wel even, want ik geef Lyzza gewoon les en het was me nog niet echt opgevallen. Voor begrijpend lezen had ze zelfs een ruime zes gehaald. Dus voor mij geen aanleiding tot zorg. Wel was ze in mijn lessen nauwelijks gemotiveerd.
In mijn eerste gesprek met Lyzza schrok ik wel. Ze gaf mij aan dat het lezen altijd een probleem was geweest. Ze had een E-score voor begrijpend lezen op de basisschool. Ze was getest op dyslexie, maar daar was niets uitgekomen. Het lezen leek haar inmiddels een andere wereld. ‘Juf, dan lezen mijn vriendinnen teksten voor geschiedenis en dan kunnen ze er echt een verhaal over vertellen’. Er klonk oprechte bewondering door in haar stem. Ze begreep er ook niets van dat er mensen waren die hele dikke boeken lazen en dat nog leuk vonden ook. Voor haar was lezen inmiddels een activiteit die ze zoveel mogelijk ontweek. Het was een wereld waarin zij niet kon doordringen. Zij bleek samenvattingen letterlijk uit haar hoofd te leren en ze keek geschiedenisfilmpjes op youtube. Bijzonder dat ze het daarmee nog zo ver gebracht had.
Waar moest ik beginnen? Was dit niet boven mijn macht? Ik begon toch maar met te kijken of ik het denkproces op gang kon krijgen bij het lezen van teksten. Ik wilde weten of ze dat uberhaupt kon. Dus maar simpel beginnen. Op mijn bureau lag een dichtbundel en daarin ging ik op zoek naar een gedicht van Annie M.G. Schmidt. Het gedicht over meneer van Zoeten die zijn voeten op zondag waste in het aquarium. Ze las de woorden hardop. En ik vroeg haar wat ze voor zich zag. Niets. Ik vroeg of er moeilijke woorden in zaten. Nee, dat niet. Dus ik begon het voor te doen. Te vertellen wat ik er allemaal bij dacht. Dat ik meneer van Zoeten meteen voor me zag als een plaatje. Met zijn voeten in een aquarium. En ze ging met me mee. Ze vond het wel grappig. Daarna het fluitketeltje geprobeerd. Dat ging al beter. Ze begreep alleen niet dat de braadpan en de juspan aparte pannen waren. Maar ineens leek het of ze een andere wereld binnen stapte. Een literaire thriller erbij gepakt. Het verhaal begon met een vrouw die kleren en sokken klaarlegde voor haar man en zich afvroeg waarom ze dat al jaren deed. Ik vertelde Lyzza dat een begin van een verhaal altijd moeilijk is, omdat je nog zo weinig weet. Maar dat je steeds meer informatie krijgt en steeds nieuwsgieriger wordt. We lazen samen en ik nam haar mee in het verhaal. Ineens riep ze uit dat ze nu zin had om door te lezen. Dat gevoel kende ze niet.
Ook haar woordenschat was niet heel groot. Toen we lazen dat de hoofdpersoon beschikte over een groot vermogen, had ze niet begrepen dat de vrouw rijk was. Toen we moesten stoppen wilde Lyzza het boek graag meenemen en we hebben afgesproken voor een volgende keer. Ik heb geen idee of we het gaan redden. Er is nog een lange weg te gaan en het schooljaar nog kort. Ik ben bang dat dit iets te groot is voor mij. Maar het was heerlijk om te zien dat ze ineens een beetje door kreeg hoe het voelt om door het lezen van een tekst in een andere wereld te belanden. Ik hoop dat ze niet teleurgesteld raakt als ze er thuis toch niet uit komt. Maar als je het al tot havo 4 gered hebt, is ze vast een doorzetster.
Lyzza deed die middag enorm haar best in mijn les. Een klein beetje schaamte overviel me daarbij wel. Had ik weinig gemotiveerd toch weer verward met niet kunnen?
Posted under Geen rubriek, leerlingen aan het woord
This post was written by sonjanederlands on januari 27, 2013