Vallen en opstaan

Wat zou ik graag alleen maar positieve berichten plaatsen op mijn blog, maar het blijft vallen en opstaan. Vallen als het meisje uit havo 5 waar je ruim twee jaar lang zo’n beetje alle leesstrategieen op uitgeprobeerd hebt en waarvan je eigenlijk wel wist dat het muntje nog steeds niet gevallen is, toch een onvoldoende scoort bij haar CSE.
En opstaan als dat muntje bij een ander ineens wel valt. Als blijkt dat je iemand enorm hebt kunnen helpen met een bepaalde strategie.

En waar het in zit? Wist ik het maar. Het blijft maatwerk. Vandaag een supermailtje van een leerling uit vwo 5. Ooit een keer met haar een mindmap gedaan. En ze hoort bij onze groep leerlingen waarbij we vragen aan het ‘hertalen’zijn geweest bij Economie. Hieronder haar mail, aan mij en haar docent Economie. Toch een klein succesverhaaltje. Heerlijk na die teleurstelling bij het nakijken van het CSE.

Hoi Hans en Sonja,

Mijn aanpak bij toetsen.
Bij Nederlands
Bij het onderdeel tekstbegrip van Nederlands maak ik voor mezelf een soort woordweb (Sonja heeft een voorbeeld van mijn eerste toets). Ik schrijf het onderwerp van de tekst in het midden of bovenaan het blaadje op. Daarna schrijf ik per alinea het belangrijkste op (denk aan namen van wetenschappers etc., de kernzin en eventueel andere belangrijke informatie, wat afhankelijk is van het onderwerp van de tekst). Uiteindelijk heb ik de tekst dus aandachtig gelezen en dan ga ik de vragen lezen. Een vraag waarbij ik moet herleiden naar de tekst of iets moet opzoeken, is dus voor mij makkelijk. Ik kijk op mijn kladblaadje, vind al snel in welke alinea het waar over gaat en heb dus de juiste alinea gevonden en dus vaak ook het antwoord op de vraag.

Daarnaast helpt het mij ook heel erg door eerst de titel, bronnen en eventuele illustraties te bekijken om zelf na te denken waar de tekst over zou kunnen gaan en wat ik dan over dat onderwerp al ken (eigen kennis).

Belangrijk bij Nederlands tekstbegrip is, vind ik, de tijd nemen om de tekst te lezen.Heb je, even ervan uitgaande dat je 55 minuten de tijd hebt voor een toets, een half uur genomen om een tekst intensief te lezen, je weet dus echt waar het over gaat, heb je de vragen zo beantwoord. Vaak denken leerlingen “Ik moet opschieten, dus ik ga naar de vragen!” Dat deed ik ook vorig jaar, ook 5 VWO. Mijn cijfer voor tekstbegrip toen? Gemiddeld: 6,2. Nu, met mijn manier van aanpak, mijn cijfer voor tekstbegrip? Gemiddeld: 8,0!

Bij economie
Ik een ster in economie?! Nee!
Ik vind het vak economie behoorlijk lastig, zodra het op een sommetje aankomt dat anders is dan 1+1, wordt het voor mij abra cadabra. Toch heb ik een 4 opgehaald naar een 7,4 en daarmee mijn gemiddelde van een ongeveer een 4,3 naar een 6,0!
Wat heb ik gedaan?
Wat mij, denk ik, heel erg geholpen heeft, is de vraag voor mijzelf in “begrijpelijk” Nederlands vertalen. De (moeilijke) economische termen opzoeken in het woordenboek of vertalen met de definitie die ik geleerd heb. Zodra ik dat heb, kan ik die definitie in de vraag plaatsen waardoor ik de vraag (al meer) begrijp. Zo wordt het voor mij ook duidelijk(er) wat er van mij gevraagd wordt/ wat ik moet beantwoorden.

Bij economie heb ik dus eigenlijk ook een kladblaadje. Hierop schrijf ik voor mezelf de definitie van deze begrippen en aan de hand daarvan begrijp ik de vraag.

Bij Nederlands en economie
Wat ik dus nu bij beide vakken doe, is een kladblaadje gebruiken om voor mezelf hulpmiddelen op te schrijven. Voor mij werkt dit goed. Bij Nederlands omdat ik snel informatie terug kan vinden en de tekst beter/goed tot mij doordringt omdat ik de tekst intensief lees en moet begrijpen om de belangrijke informatie eruit te halen en op te kunnen schrijven. Bij economie helpt een kladblaadje mij heel goed omdat ik de vraag beter kan formuleren en dus beter begrijp wat er van mij gevraagd wordt.

Een tip die ik van Hans dit trimester heb mee gekregen, is de manier van de vraagstelling te bekijken. Als er aan het begin van de zin “Leg uit…” staat, laat dat even weg en haal eerst de bewering en/of het feit eruit. Of dit mij gaat helpen, weet ik nog niet, maar het is zeker een goede tip!

Hopelijk hebben jullie hier wat aan, ik hoor het graag.

Groetjes,
Nienke
5VWO.

Posted under CSE, differentiatie, Geen rubriek, leerlingen aan het woord, onderzoek, strategieeen, vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on mei 25, 2012

Tags: , ,

hertalen

‘Ze lezen niet’, een veelgehoorde klacht van collega’s vakdocenten. Twee voorbeelden, afkomstig uit eindexamens.

Vraag aardrijkskunde: Beargumenteer, door te wisselen van ruimtelijke schaal, waarom het gevoerde transmigratiebeleid de centrum – periferietegenstelling in Indonesië zowel heeft versterkt als verminderd.

Vraag economie: Leg uit hoe er op de langere termijn bij aanhoudende vraagdaling toch deflatie zal optreden.

Nu ik er met de onderzoeksgroep dieper induik, verbaas ik me hoe (onnodig) moeilijk er geschreven wordt. En is ‘zowel heeft versterkt als vermindert’ wel goed? Zou er niet moeten staan ‘zowel heeft versterkt als verzwakt’?

Lezen ze echt ‘gewoon’ niet of hebben leerlingen meer vaardigheden nodig om dit soort (zeer lange, vaak onnodig moeilijke en soms gewoon slechte) zinnen te kunnen begrijpen? Nu ik veel zinnen heb gezien bij andere vakken vallen mij een paar dingen op:
- er worden voornamelijk heel erg lange zinnen gebruikt,
- die lange zinnen bevatten veel komma’s en heel vaak zitten er bijzinnen in,
- er worden veel woorden gebruikt die in het dagelijks taalgebruik zeker niet voorkomen en die niet vallen onder de vaktaalwoorden,
- en feiten staan vaak achteraan, wat leerlingen moeten doen juist vooraan.

Als je de zinnen ‘hertaald’ worden ze veel simpeler te lezen. We zijn aan het proberen om dit leerlingen te leren. Volgens ons zijn er vier simpele stappen voor waardoor leerlingen de vragen beter kunnen ‘lezen’:

Stappen:
1. Korte zinnen, feiten voorop.
2. Moeilijke woorden, synoniemen.
3. Volgorde veranderen.
4. Onderstreep woorden als hoger/lager, verminderen/vermeerderen, positief/negatief, van/naar, versterken/verminderen

Dan worden de voorbeelden hierboven:

Vraag aardrijkskunde:
Het gevoerde transmigratiebeleid heeft centrum-periferietegenstellingen in Indonesië versterkt en verminderd.
Leg dit uit en maak daarbij gebruik van het wisselen van ruimtelijke schaal.

Vraag economie:
Bij aanhoudende vraagdaling treedt op de langere termijn deflatie op. Leg dit uit.

Gisteren ben ik in een 6vwo klas geweest tijdens een examentraining economie. Daar heb ik de leerlingen deze stappen laten zien. Hierbij gebruik makend van de directe instructie. Leerlingen zijn hiermee ijverig aan de slag gegaan. We hebben ze de hertalingen op papier laten zetten. Het is nog niet gelukt om ze te bekijken, maar ik ben echt benieuwd. En natuurlijk ben ik nog nieuwsgieriger of dit de leerlingen ook echt zou kunnen hebben om hun examens beter te maken, zodat vakcollega’s minder snel zullen uitroepen ‘Ze lezen gewoon niet’ maar het kunnen houden op ‘ze leren niet’.

Posted under onderzoek, vakoverstijgend, woordenschat

This post was written by sonjanederlands on april 5, 2012

Helpen bij Wiskunde

Geef jij ook wiskunde? Het ongeloof klinkt door in de stem van een leerling als ik ik in mijn daltonuur achter een wiskundeboek zit met een leerling uit vwo 5. En ze heeft gelijk. Ik geloof het zelf nauwelijks. Ik, een docent Nederlands, die nog nooit in haar leven een voldoende heeft gehaald voor wiskunde, helpt een leerling uit vwo 5(!) met het beantwoorden van wiskundeopgaven. Ik heb na de derde klas middelbare school tot mijn grote opluchting me nooit meer hoeven buigen over wiskundeopgaven.

Toch doe ik het met veel enthousiasme en met grote zekerheid. Ik krijg steeds meer door hoe belangrijk taal is bij andere vakken. Nog veel belangrijker dan ik al dacht. Achter de zin ‘Ze lezen niet’ van mijn vakcollega’s gaat een hele wereld schuil.
‘Maar ze willen wel’ is tot nu toe mijn conclusie. En wie helpt ze daarbij? ‘Je moet gewoon goed lezen wat er staat’ is bijna altijd de enige hulp die leerlingen krijgen. En dat is verre van genoeg. Ik krijg zelf ook steeds beter door wat er allemaal gebeurt tijdens het lezen, en vooral wat voor stappen ik zelf allemaal moet zetten om een lastige tekst tot een goed einde te brengen. Ik word me steeds bewuster van alle stappen die ik zet en die kan ik doorgeven aan leerlingen. Ik ga heel systematisch te werk merk ik. Zelfs bij Wiskunde. Ik probeer het wiskundeprobleem te visualiseren, zinnen in kleine eenheden op te knippen. Op te schrijven wat ik nu weet en mijn eigen kennis in te zetten zodat ik de aangereikte informatie kan combineren. De leerling vult dan aan met de wiskundige formules. Het voelde even als een echt team.

Posted under vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on maart 11, 2012

Tags:

Eisen aan schrijfvaardigheid

Leuk nummer van Levende Talen tijdschrift (twaalfde jaargang, nummer 2, juni 2011). Het interessantste artikel vind ik het artikel ‘Eisen aan schrijfvaardigheid in de bovenbouw havo/vwo’. Volgend schooljaar staat dat hoog op de agenda van ons taalbeleid: taalgericht vakonderwijs. Een beetje een modewoord in onderwijsland, maar volgens mij wel een goede trend. Ik vind het interessant na te denken hoe we als vakken beter met elkaar kunnen samenwerken om leerlingen op een hoger taalniveau te krijgen. Uiteraard zonder dat het vak Nederlands alleen maar dienend is. In dit artikel wordt geprobeerd een beeld te krijgen van de manier waarop vakmatig denken en handelen tot uitdrukking komt in taalgebruik. Welke ‘genres’ worden in een vak als biologie gebruikt? En bij economie? Twee mooie voorbeelden van teksten van leerlingen die laten zien hoe leerlingen omgaan met de verschillende ‘genres’ bij deze vakken. Genoeg stof tot nadenken. Leuk om over te hebben met collega’s biologie en economie. En ik ben benieuwd hoe ‘genres’ er bij vakken als maatschappijwetenschappen, geschiedenis en aardrijkskunde uit zullen zien.

Posted under taalbeleid, vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on juni 29, 2011

lezen in alle vakken

Van de week het opdrachtenboek ‘Lezen in alle vakken’  http://cedgroep.live.colours.nl/ced-webwinkel/voortgezet-onderwijs/lezen-in-alle-vakken.aspx  besteld. Ik had gehoopt dat het misschien wat was voor onze school in het kader van ons taalbeleid. Maar ik heb het net gelezen en vind het teleurstellend. Weer meer van hetzelfde. Leerlingen moeten weer kijken naar titels, alinea’s, tussenkopjes, enz. Volgens mij zit het er meer in dat leerlingen niet stilstaan bij stukjes tekst, niet samenvatten wat ze gelezen hebben, niet nadenken over wat ze gelezen hebben, niet stilstaan bij moeilijke woorden, zich niet afvragen wat de schrijver aan het doen is, wat hij/zij precies bedoelt, wat voor soort tekst het is. Ik had vorige week nog een leerling uit havo 5, vier dagen voor het eindexamen. Ze vroeg of ik alsjeblieft nog een uurtje met haar wilde oefenen. Een op een heb je wat meer de mogelijkheid om te kijken wat er gebeurt. Dat is de moeite van het inleveren van je eigen tijd meer dan waard. In gesprek met haar over de gelezen tekst schrok ik behoorlijk. Ze kan al die dingen als titels, alinea’s enzovoorts moeiteloos opnoemen. Geen probleem. Kernzinnen wordt al veel lastiger, maar waar ik vooral van schrok is dat er in haar hoofd zo weinig leek te gebeuren. Ik vroeg bijvoorbeeld waar ze aan dacht bij de titel. ‘Aan niks’. Wat ze wist van ‘privacy’ (daar ging de tekst over). ‘Goh, nooit over nagedacht’. Ze leest de woorden weg, zonder erbij na te denken. ‘Goh, ik heb nooit zo nagedacht over een tekst’.  Ik heb haar aangeraden nog een paar teksten met een van haar ouders te gaan lezen en daar samen over te praten. Ik hoop dat ze dat nog gedaan heeft. Ik ga straks haar examen nakijken… en ik zit weer vol goede voornemens voor mijn volgende examenklas.

Posted under Geen rubriek, vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on mei 21, 2011

koppelen met schrijfonderwijs

Ik koppel zelf graag vakonderdelen aan elkaar. Dat het vak Nederlands onderdelen als schrijven, lezen, spelling en spreken uit elkaar haalt en apart aanbiedt, vind ik op zijn zachtst gezegd merkwaardig. In Levende Talen maart 2010 worden in het artikel ‘Praktisch Nederlands’ schrijven en lezen aan elkaar gekoppeld. Een volgens mij onmisbaar stel… ‘De koppeling van deze onderdelen is uitermate belangrijk. De kern van goed schrijfonderwijs is wat een schrijver leert van de reactie van de lezers van zijn tekst – de feedback die de schrijver krijgt’.

In het artikel wordt wel wat grappigs gezegd: Deelnemers aan een taaltrainigscursus herkennen wel vaak slecht geschreven teksten, maar ze hebben vaak niet door dat hun eigen teksten ook geregeld moeilijk leesbaar zijn! Volgens mij ook heel herkenbaar bij onze leerlingen (en collega’s..).  Taaltrainers laten ze in groepjes sleutelen aan een tekst om hem leesbaar te krijgen en de volgende stap is om dit ook toe te passen in eigen teksten. Wij hebben net in groepjes leerlingen in Havo 4 krantenartikelen laten schrijven. Daarbij kregen leerlingen naast een individueel cijfer ook een groepscijfer. Ze mochten elkaar helpen bij het schrijven van teksten, wat ze overigens fantiek deden. Dit blijkt dus een goede stap in de richting…

Posted under vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on februari 26, 2010

Tags:

praktische aanpak

‘Waarom kunnen leerlingen niet bij Nederlands teksten die ze voor een ander vak, bijvoorbeeld geschiedenis of aardrijkskunde, moeten leren, gebruiken om studerend te lezen? Of bij het voorbereiden van een werkstuk – bij het verzamelen van teksten.’  In Levende Talen van maart 2010 die ik vanmiddag in de brievenbus kreeg, vragen Marjolein Oudakker & Ramon Groenendijk zich dit af. En ik kan het wel met ze eens zijn. Zij zijn als taaltrainers aan het werk in het bedrijfsleven en vinden dat docenten wel wat van hen kunnen leren. Ik zie het meer een voorwaarde voor betekenisvol onderwijs: het zal leerlingen meer motiveren als ze er wat aan hebben. Ik lees zelf ook altijd met een doel…

In het bedrijfsleven richten ze zich sterk op snel en efficient lezen. Ze noemen hierbij de SQ3R-methode: Survey (orienterend lezen), Question (voor jezelf vragen formuleren over de inhoud van de tekst), Read (lezen, maar ook op zoek gaan naar de antwoorden op de vragen), Recite (in eigen woorden opschrijven wat je nu eigenlijk gelezen hebt), Review (alles nogmaals bekijken en nagaan of al je vragen beantwoord zijn.). Vooral de S en de Q  komen volgens de schrijvers niet veel voor in het v.o. Volgens mij krijgen de 3 R’s ook niet zoveel aandacht. Natuurlijk zitten er grote verschillen in het lezen op het v.o. en in het bedrijfsleven en dat is ook prima. Maar ik denk inderdaad dat we wel wat van ze kunnen leren. Dit rijtje spreekt me meer aan dat het bekende rijtje ‘zoekend, orienterend … lezen’.

Posted under vakliteratuur, vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on februari 26, 2010

Tags:

Vakoverstijgend

Lees net bij http://www.etoc-taalwerkplaats.nl/Taaltrajecten/Tekstbegrip.html dat ‘begrijpend lezen bij uitstek een vakoverstijgende vaardigheid is: leerlingen worden voortdurend met allerlei teksten geconfronteerd. Voor taalzwakke leerlingen is het moeilijk om de leesstrategieën die ze bij Nederlands hebben geleerd in te zetten tijdens de vaklessen.’ Op HP zijn er plannen om ‘verbonden Daltonuren’  te gaan geven. Als ik het goed begrepen heb is het dan mogelijk om met een ander vak samen te werken. Het zou mooi zijn als Nederlands dan meer zou kunnen samenwerken met Geschiedenis en Maatschappijleer. Zou vooral op leesgebied duidelijk kunnen maken dat de leesstrategieen die ze aangeboden krijgen ook gebruikt kunnen worden bij andere vakken.

Posted under vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on januari 23, 2010

Tags:

taal een zaak van alle vakken

Een interessant artikel over het belang dat ook andere vakdocenten aandacht besteden aan begrijpend lezen. In Vonk nr. 1 okt 2009 schrijft Nora Bogaert over functionele geletterdheid. Een heel aardig artikel met praktische voorbeelden en (volgens mij terecht!) kritiek op de vragen die vaak bij teksten staan. Veel vragen bij schoolboekteksten kunnen beantwoord worden door de tekst te scannen en termen die in de tekst voorkomen te lokaliseren. Ze vraagt zich af waarom vragen vaak zo triviaal zijn. Ik was vooral blij met haar invalshoek dat een tekst lezen omdat je hem nodig hebt, een veel minder onoverkomelijk karwei is, dan wanneer je leest omdat de leerkracht het oplegt. Ze pleit voor een vereniging van alle leerkrachten om de uitdaging aan te gaan en geletterdheid in de lespraktijk van alle vakken een belangrijke plaats te geven. Een prima idee, lijkt me.

Posted under Geen rubriek, vakliteratuur, vakoverstijgend

This post was written by sonjanederlands on november 14, 2009

Tags: ,